De moerasschildpad (Emydidae) is een schildpad die vooral in het water leeft. In Almere jungle leven veel verschillende soorten waterschildpadden. De geelwang schildpad (Trachemys scripta troostii) en de roodwang schildpad (Trachemys scripta elegans) zijn het meest te zien.
Herkomst
Deze familie van moerasschildpadden komt vooral voor in de centrale en zuidelijke staten van Amerika. Er bestaat ook een Europese moerasschildpad welke nog wel eens in Nederland gezien wordt maar dit is vaak een verdwaald dier uit Duitsland. Vaker zijn de Amerikaanse soorten te zien in Nederland. Dit zijn invasieve dieren die worden uitgezet door de mens. Door het veranderende klimaat kunnen deze dieren steeds beter overleven in de Nederlandse natuur. Hierdoor kunnen ze een bedreiging worden voor de inheemse flora en fauna.
Uiterlijk
Omdat de schildpadden vooral in het water leven hebben ze een vrij plat schild. Met dit platte schild kunnen ze beter zwemmen. Veelal worden de dieren verkocht als ze pas 2 of 3 centimeter groot zijn maar het schild kan wel 35 centimeter worden! Het mannetje is te herkennen doordat hij langere nagels en een langere staart heeft. Op volwassen leeftijd is het mannetje ook meestal kleiner dan het vrouwtje. Alle 2 de soorten hebben een bruine schild, ze zijn van elkaar te onderscheiden door de gele of rode wangen.
Reptielen
Schildpadden zijn koudbloedige dieren. Dit wil zeggen dat ze afhankelijk zijn van de temperatuur van de omgeving om zichzelf warm te houden. Als het kouder wordt dan 10 graden gaan de schildpadden daarom in winterslaap. Daarnaast warmen ze zichzelf graag op in het zonnetje, of in ons geval onder een warmtelamp. Overdag zijn de schildpadden actief en opzoek naar eten. ’s Nachts slapen de dieren onder water!
De dieren communiceren met elkaar doormiddel van aanrakingen en door de trilling van het water of de grond.
Voedsel
De meeste moerasschildpadden zijn omnivoor. Dit betekent dat ze zowel groente en fruit als vlees en insecten eten. Vooral de jongere dieren gaan voor het vlees, naarmate de dieren ouder worden eten ze meer groente en fruit. Zolang het menu voldoende variatie bevat blijft het dier gezond.
Het zijn echte alleseters. Ze eten dus vlees en insecten maar ook vis en bijvoorbeeld gevogelte.