De Rosé kaketoe (Eolophus roseicapilla) komt oorspronkelijk uit Australië. Hier leven ze in enorme groepen. Hun leefgebied bestaat vaak uit open vlaktes. Rusten doen ze in de enkele bomen die op deze vlaktes te vinden zijn. Vaak vliegen ze niet meer dan 10 kilometer van hun nesten vandaan. Het is een beetje de mus van Australië, kun jij het je voorstellen?
Tegenwoordig maken de Rosé kaketoes veel gebruik van alles wat door de mensen gemaakt is. Ze eten vaak van akkers en opslagplaatsen. Drinken doen ze vaak uit de waterbronnen van de boer. Binnen de groep vormen de Rosé kaketoes paartjes die voor het leven lang bij elkaar blijven.
Het paargedrag gaat samen met veel kunstjes. Het mannetje zal het vrouwtje het hof maken door met zijn opgezette kuif naar haar toe te komen. Hij schut met zijn hoofd en komt ”dansend” naar haar toe. Het vrouwtje vliegt vervolgens weg om in een volgende boom het ritueel te herhalen. Als het mannetje eenmaal is geaccepteerd zullen ze elkaars verenkleed schoon maken. Het broedseizoen verschilt over de gebieden in Australië.
De Rosé kaketoe legt 2-5 eieren welke gedurende 25-30 dagen worden uitgebroed. De partners wisselen elkaar af tijdens het broeden. Als de eieren zijn uitgekomen blijven de jongen nog zo’n 7 weken in het nest. Na het uitvliegen duurt het nog 4-6 weken voordat de jongen volledig zelfstandig zijn. Het duurt maar liefst 3 jaar voor de vogels vruchtbaar zijn!
De vogel heeft een schitterende roze borst en een licht roze kuif. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vooral te zien aan de ogen. Het mannetje heeft een zwarte iris en het vrouwtje een bruinrode iris. De Rosé kaketoe wordt ongeveer 30 centimeter hoog en kan maar liefst 40 jaar oud worden! Er zijn zelfs exemplaren bekend die wel 70 jaar oud worden.