De tijger python (Python molurus) behoort tot één van de grootste slangen ter wereld (er zijn slechts 2 soorten die groter worden!). De slang heeft een fraaie tekening die in een natuurlijke omgeving een goede camouflage biedt. Naast de wildkleur is er ook een albino tijger python. Het pijlvormige patroon bovenop de kop is kenmerkend voor deze soort.
Net als andere soorten pythons is de tijger python een wurgslang: hij doodt zijn prooi door zich er omheen te winden. Overigens kan de python ook bijten, maar hij is niet giftig. De tijger python gaat vooral ’s nachts op jacht. In groeven bij de mond heeft hij speciale warmte zintuigen om een prooi in het donker mee op te sporen. Hij jaagt voornamelijk op vogels en zoogdieren. Horen kan deze python niet, hij kan wel trillingen waarnemen. Zien doet hij uitstekend maar ruiken nog veel beter.
Een volwassen tijgerpython kan een mens doden. De wurgslangen worden gemiddeld 5 à 6 meter lang en kunnen tot wel 130 kilo wegen. Met de goede omstandigheden kunnen ze tot wel 25 jaar oud worden. Er zijn uitschieters bekend van over de 8 meter en zwaarder dan 180 kilo.
Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Na het paren kan het wel 2 tot 4 maanden duren voordat het vrouwtje eieren legt. Per keer legt het vrouwtje 18 tot 55 eieren in een boomholte of kuil. Ze wikkelt zich om het legsel en als dat nodig is trilt ze haar spieren om de eieren warm te houden. Na 60-75 dagen komen de eieren uit. De slangen zijn dan al 45-60 centimeter lang! Het duurt wel 2 tot 3 jaar voordat de slangen vruchtbaar zijn. Groeien doen ze hun hele leven door middel van vervelling.
De slangen komen oorspronkelijk uit Zuid-Azië. Echter worden ze tegenwoordig vaak gehouden als huisdier in het westen. Vaak blijkt echter dat de slang toch groter wordt dan gedacht en dan komen ze in opvang centra terecht zoals Almere Jungle. In het wild kunnen de slangen in zomerslaap gaan. Dit is echter alleen in de droge gebieden. In gevangenschap gebeurt dit nauwelijks.